Het stervende inbrekersgilde

Er is iets gruwelijks aan de hand in ons land. Iets dat de politiek negeert, de media verdoezelt en waarover burgers zich schaamteloos verheugen terwijl zij zouden moeten rouwen. Het inbrekersgilde, die nobele vereniging van nachtelijke bezoekers en geduldige raamklimmers, staat op de rand van uitsterven.

De cijfers liegen niet, ook al zouden we dat liever willen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek – die club van cijferaars die ons graag confronteert met onwelgevallige waarheden – meldt dat het aantal woninginbraken is gekelderd. Waar ooit honderden inbrekers per dag hun brood verdienden, zijn er nu nog slechts een handvol actief. Een vakbond zou moeten oproepen tot een nationale staking. Een politieke partij zou moties moeten indienen. Maar de inbrekers? Die lijden in stilte.

De vergrijzing van het vak

Het wordt nog erger. De gemiddelde leeftijd van de Nederlandse inbreker stijgt. Dit is geen teken van ervaring, maar van uitstel van executie. Het betekent dat jonge mensen niet meer instromen in dit eervolle beroep. Waar is de passie gebleven? De ambitie? Het avontuur?

Een ouder wordende inbreker is als een balletdanser op leeftijd: technisch misschien nog bekwaam, maar de knieën kraken en de ramen worden hoger. Het is een tragische ontwikkeling. Binnenkort zal het laatste lid van het gilde sterven, eenzaam, met een roestige koevoet in zijn artritische handen.

Dit is een Europees fenomeen. Op het hele continent zijn de inbraakcijfers al decennialang in een vrije val. Het is alsof een hele beschaving is vergeten hoe ze fatsoenlijk criminaliteit moet bedrijven. Wat voor samenleving zijn we aan het worden?

Een perfecte storm van middelmatigheid

Diverse factoren hebben samengespannen tegen onze hardwerkende inbrekers.

Ten eerste: technologie. Huishoudens installeren massaal slimme deurbellen, camera's en bewegingssensoren. Het is alsof we ons opzettelijk onbereikbaar maken voor ongenode gasten. Waar is de gastvrijheid gebleven?

Ten tweede: demografie. Oudere mensen plegen minder misdrijven, wat natuurlijk volkomen logisch is. Wie gaat er op zijn zeventigste nog een ladder op? Dit is pure leeftijdsdiscriminatie, en het treft het inbrekersgilde onevenredig hard.

Ten derde, en dit is waar het echt pijnlijk wordt: mensen blijven vaker thuis. De pandemie heeft ons geleerd dat we kunnen thuiswerken, thuisblijven en alles thuis kunnen doen, behalve echt leven. Voor een inbreker is dit een catastrofe. Hoe kun je iemands huis betreden als de bewoner er constant is, Zoom-gesprekken aan het voeren en zuurdesembrood aan het bakken is?

De hypocrisie van de burgerveiligheid

Het meest perverse van dit alles is dat we doen alsof inbraak nog steeds een groot probleem is. We hebben een hele industrie van beveiligingsbedrijven, alarminstallateurs en verzekeraars die parasiteert op een probleem dat nauwelijks meer bestaat. Het is alsof we nog steeds verzekeringen tegen de builenpest verkopen.

De media blijven over inbraken berichten met de passie van een sportcommentator die een doelpunt beschrijft. “Inbraak in Wassenaar!” “Gezin wordt wakker van inbrekers!” Maar waar zijn de verhalen over al die inbrekers die hun baan zijn verloren? Waar is hun sociale vangnet? Waar blijft de compassie?

Een bescheiden voorstel

De tijd is gekomen voor drastische maatregelen. Ons land heeft een inbrekersstimuleringsprogramma nodig. We moeten het vak weer aantrekkelijk maken voor jonge mensen.

Ten eerste: employer branding. We hebben campagnes nodig waarin succesvolle inbrekers hun carrièreverhalen delen. "Ik ben Jan, 34, en inbreker uit passie. Flexibele werktijden, veel reizen, altijd nieuwe mensen ontmoeten – nou ja, min of meer."

Ten tweede: professionele ontwikkeling. Waarom trainen we inbrekers niet in het gebruik van drones, het hacken van digitale sloten en het uitschakelen van smarthomesystemen? Een moderne inbreker moet met zijn tijd meegaan.

Ten derde: overheidssubsidies. Elke gemeente heeft recht op een praktiserende inbreker. Het is een basisvoorziening, net als een tandarts, een notaris en een politieagent. Diversiteit vraagt om een investering.

Een samenleving zonder inbrekers is als een toneelstuk zonder conflict: saai en volkomen spanningsloos. Ze stimuleren de economie en zorgen voor omzet bij slotenmakers, glazenmakers en beveiligingsbedrijven. Een inbreker is in feite een wandelend economisch stimuleringspakket.

Als we niets doen, is het laatste lid van het gilde binnenkort verdwenen. Zijn koevoet zal wegroesten in een museumvitrine en onze kinderen zullen vragen: "Opa, wat was een inbreker?"

We zullen moeten uitleggen dat er ooit mensen waren die 's nachts huizen bezochten zonder uitnodiging. Die ramen openden die gesloten hoorden te zijn. Die herinneringen meenamen die niet van hen waren.

Het zal klinken als een sprookje. En misschien is dat wel wat het wordt: het sprookje van de verdwenen inbreker. Het verhaal van een beroep dat stierf aan succes – ons succes, in het voorkomen van datgene waar we ons nog steeds zorgen over maken.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op www.br-ndpeople.com, waar men gelooft dat elk maatschappelijk probleem een oplossing verdient, ook al is het probleem dat er geen probleem meer is.

Alexander Koene

I am a creative entrepreneur dedicated to enhancing our experience on Earth. My mantra is simple yet powerful: "Being happy, while doing good!" I founded BR-ND People and invented the 23plusone method with my business partner Kim Cramer.

https://www.br-ndpeople.com
Volgende
Volgende

Ode aan het zweet